Tijdelijke exploitatievergunningen rondvaartboten niet toegestaan
Het gemeentebestuur van Amsterdam probeert sinds enige jaren het aantal grote rondvaartboten op de Amsterdamse grachten te reguleren. In dat kader heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: “het college”) in 2014 op grond van nieuw beleid tijdelijke exploitatievergunningen verleend aan 13 rondvaartbootexploitanten. De verlening van deze exploitatievergunningen is gebaseerd op het nieuwe vaarbeleid van de gemeente Amsterdam (lees hierover meer in ons eerdere blog). Op grond van dit beleid worden, in tegenstelling tot voorheen, ten aanzien van rondvaartboten groter dan 14 meter enkel nog tijdelijke exploitatievergunningen verleend. In een recente uitspraak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) deze vergunningen echter vernietigd.
De procedures
In deze procedures ging de verlening van het beperkte aantal nieuwe tijdelijke vergunningen gepaard met de intrekking van eerder voor onbepaalde tijd verleende vergunningen. De nieuwe tijdelijke exploitatievergunningen gelden tot 2020. Het betreft hier voor alle duidelijkheid niet de exploitatievergunningen die gelden voor de periode 2020 tot en met 2030 en onlangs met behulp van een loting zijn verdeeld. De onderhavige uitspraak kan echter ook van invloed zijn op die exploitatievergunningen. Hieraan zullen wij in onze volgende blog aandacht besteden.
Voor een aantal rondvaartbootexploitanten betekende dit niet enkel dat hun exploitatievergunning voor onbepaalde tijd werd ingetrokken, maar dat zij ook uitgeloot werden voor een nieuwe tijdelijke exploitatievergunning. Met andere woorden; deze exploitanten mogen na 2020 hun activiteiten niet meer uitvoeren op de Amsterdamse grachten.
Volgens het college is het echter noodzakelijk om het aantal vergunningen voor rondvaartboten langer dan 14 meter te beperken. Het college is namelijk van mening dat deze rondvaartboten een vlotte en veilige doorvaart op de grachten belemmeren.
Een aantal exploitanten is het niet eens met de beperking van het aantal vergunningen. Zij hebben dan ook bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college. Volgens deze exploitanten hoeft de lengte van een boot geen nadelige effecten voor de doorvaart te hebben, als gebruik wordt gemaakt van moderne stuurmiddelen zoals een boegschroef of een roerpropeller.
Strijd met de Europese Dienstenrichtlijn
De Afdeling overweegt dat de tijdelijke exploitatievergunningen onder deze omstandigheden in strijd zijn met de Europese Dienstenrichtlijn en Nederlandse Dienstenwet. Op grond van de Europese Dienstenrichtlijn en Dienstenwet mag het aantal vergunningen enkel worden beperkt als er dwingende redenen van algemeen belang zijn. Een dergelijke dwingende reden van algemeen belang is volgens het college de gestelde belemmering door grote rondvaartboten van de vlotte en veilige doorvaart.
De Afdeling is echter van mening dat het college in haar gemeentelijk vaarbeleid onvoldoende rekening heeft gehouden met de invloed van moderne stuurmiddelen op de vlotte en veilige doorvaart. De Afdeling verklaart het gemeentelijk vaarbeleid, waar dit beleid het aantal vergunningen voor boten groter dan 14 meter beperkt, om die reden derhalve onverbindend. De Afdeling vernietigd daarom de verleende tijdelijke exploitatievergunningen.
De enkele vernietiging van de tijdelijke exploitatievergunning zou overigens betekenen dat geen enkele exploitant nog over een exploitatievergunning zou beschikken. Daarom heeft de Afdeling tegelijk met de vernietiging van de tijdelijke vergunningen, de intrekking van de vergunningen voor onbepaalde tijd ongedaan gemaakt.
Conclusie
Deze uitspraak laat zien dat, waar een bestuursorgaan haar besluitvorming (deels) baseert op een beleidsregel, het voor een belanghebbende van groot belang is om niet enkel na te gaan of de besluitvorming aan de desbetreffende beleidsregel voldoet, maar ook na te gaan of de desbetreffende beleidsregel in overeenstemming is met de wetgeving waarop deze is gebaseerd.
Voor vragen over onder meer beleidsregels, de aanvraag van een exploitatievergunning en bezwaar- en beroepsprocedures kunt u contact opnemen met Rube & Wijnveld Advocaten op 020 3032489 of per e-mail op info@rubewijnveld.nl.